Ieder mens heeft zes basisbehoeften. Dit zijn de drijfveren die bepalen wat je doet. Ze staan aan de basis van al je motivaties en zijn aanwezig bij alles wat je onderneemt. Onbewust ben je de hele dag bezig met het invullen van deze basisbehoeften. Want ze zijn voor iedereen gelijk, alleen vult ieder mens ze op een andere manier in. Het invullen van de basisbehoeften stopt nooit en ze gaan ook nooit weg. Je kunt ze wel tijdelijk vervullen of invullen, maar vrijwel onmiddellijk daarna ervaar je weer een nieuwe behoefte. Op het moment dat een behoefte wordt vervuld, ben je blij; wordt een behoefte niet vervuld, dan ervaar je een negatieve emotie.
Behoeften zijn je basale verlangens. Ze zorgen ervoor dat je in beweging komt. Bij het invullen van je basisbehoeften gaat het niet alleen over wat je wilt, maar ook over wat je nodig hebt. Alles wat je doet, doe je met een bepaalde reden. En die reden vind je terug in een van de zes basisbehoeften.
Je waarden en normen, overtuigingen, strategieën en verlangens kunnen verschillen van die van anderen, maar basisbehoeften zijn voor ieder mens hetzelfde. Alleen de invulling ervan bepaal je zelf. Soms helpt die invulling je, maar dat hoeft niet. Het kan bijvoorbeeld zijn dat je alcohol drinkt, drugs gebruikt of sigaretten rookt om te ontspannen. Of misschien doe je dat door eten, seks, winkelen of boeken lezen. Het aantal manieren om je behoeften in te vullen is eindeloos.
Hoe je je basisbehoeften invult, bepaal je helemaal zelf. Het is de kunst om je van die vrije keuze bewust te zijn. Hoe vul je je behoeften nu zo adequaat mogelijk in? Het geheim ligt in het aanpassen van je overtuigingen. Door te veranderen wat je over jezelf gelooft, ben je in staat om een nieuwe strategie te creëren, zodat je andere en betere resultaten behaalt.
Dit zijn de zes basisbehoeften die al ons gedrag bepalen:

De eerste en meest fundamentele basisbehoefte is die aan veiligheid en de zekerheid dat we ons goed kunnen voelen. Dat we eten en drinken hebben en een dak boven ons hoofd. Deze behoefte uit zich in het vermijden van angst of pijn en in het nastreven van zoveel mogelijk plezier. In het geval van een relatie uit zich dat bijvoorbeeld in het vertrouwen dat de ander je niet in de steek laat. Een negatieve invulling van de behoefte aan zekerheid is bijvoorbeeld het controleren van anderen.
Hoe groot de behoefte aan veiligheid is, verschilt per persoon en is vaak terug te voeren naar de jeugd. Als veiligheid vroeger een thema was, is de kans groot dat je daar op latere leeftijd meer behoefte aan hebt. Woorden die ook bij deze basisbehoefte horen zijn: comfort, stabiliteit en voorspelbaarheid.
We hebben allemaal de behoefte aan een bepaalde mate van zekerheid en voorspelbaarheid, maar elke dag hetzelfde eten is ook niet fijn. Dan wordt het té voorspelbaar en ontstaat de behoefte aan variatie. Dit bereik je door het oprekken van emotionele of fysieke grenzen; door oefeningen, verrassingen, uitdagingen en onzekerheden. Variatie vinden mensen bijvoorbeeld door extreme sporten te beoefenen, drugs te gebruiken of, in het geval van een relatie, vreemd te gaan. Een andere bron van variatie zijn problemen. Als iets anders gaat dan verwacht, voel je vaak ook onzekerheid.
Woorden die bij de basisbehoefte aan variatie horen: afwisseling, angst, instabiliteit, verandering, chaos, verfrissing, ontspanning, verrassing, uitdaging, problemen, crisis.
Hoe meer veiligheid en zekerheid we in onszelf vinden, hoe minder afhankelijk we van de buitenwereld zijn voor de invulling van deze basisbehoeften. En des te groter onze behoefte aan variatie. Want als in onze behoefte aan zekerheid en veiligheid is voorzien, stappen we gemakkelijker uit onze comfortzone en doen we sneller nieuwe dingen. Doordat we minder bang zijn en open staan voor iets nieuws, leren en ontdekken we meer. En dat zijn belangrijke factoren voor succes.
De derde basisbehoefte is de behoefte om belangrijk of waardevol te zijn. Om je gezien, gehoord en erkend te voelen. Om nodig en gewild te zijn. Als het goed is, werd je als baby als vanzelf in je behoeften voorzien. Je hoefde maar te huilen en een van je ouders kwam al kijken wat er met je aan de hand was. Later werden behoeften steeds minder makkelijk vervuld. Hierdoor ontstaan emoties: onvervulde behoeften. Om die te voorkomen, heb je als kind gedrag ontwikkeld waarmee je je behoeften kunt vervullen. Grapjes maken, bijvoorbeeld. Of gehoorzaam of slim zijn, zodat je gezien wordt.
Een valkuil in deze basisbehoefte is de neiging om je te vergelijken met anderen. Daardoor kun je je beter of slechter gaan voelen dan de ander. Als je te veel op dit vergelijken focust, kun je problemen ervaren bij het verbinden met anderen. Je ziet dan namelijk vooral de verschillen in plaats van de overeenkomsten. Negatief gezien leidt dit tot oordelen: het naar beneden halen van de ander of jezelf, en tot twijfel of je wel goed genoeg bent. Een oefening is om met bekenden of onbekenden in gesprek te gaan en bewust op zoek te gaan naar jullie overeenkomsten. Wat doet dat met jou en met de ander?
Veel mensen voorzien in deze basisbehoefte door carrière te maken. Een probleem op werk of promotie die niet doorgaat kan dan veel effect hebben op hun gevoel van eigenwaarde. Andere manieren om in deze behoefte te voorzien: een relatie of kinderen hebben, sporten, tatoeages nemen of een dikke Ferrari kopen. Sommige mensen halen zelfs, op negatieve manier, eigenwaarde uit een groot probleem dat ze hebben en dat ze gebruiken om zich te onderscheiden en erkenning te krijgen.
Bijpassende woorden zijn: trots, belangrijk, normen, resultaten, houding, perfectie, evaluatie, discipline, competitie, maar ook woorden die verband houden met afgewezen worden of goed genoeg zijn.
Ieder mens heeft de behoefte zich verbonden te voelen met zijn omgeving. Dit kun je bereiken door bijvoorbeeld een relatie, meditatie, geloof, een huisdier, familie, vriendschap, een vereniging of (sport)team. Daarbij is het belangrijk om te weten dat je pas in staat bent liefde voor een ander te ervaren als je het gevoel van liefde voor jezelf kunt ervaren. En dat overtuigingen over wat nodig is om liefde te voelen je kunnen belemmeren om je geliefd te voelen.
Je maakt namelijk zelf de regels over hoe je liefde herkent en waardeert, en over je vermogen om liefde te geven en te ontvangen. Deze regels of overtuigingen zijn vaak ontstaan in je jeugd. Sommige mensen ervaren zelden liefde, maar voelen zich toch verbonden met andere mensen. Verbondenheid is soms namelijk een minder bedreigend alternatief voor liefde. Denk aan iemand die zijn of haar partner heeft verloren en een huisdier neemt om verbinding mee te voelen.
Een negatieve invulling van verbinding is door andere mensen je problemen te laten oplossen, waardoor je aandacht krijgt en je geliefd voelt. Woorden voor liefde en verbinding: samen, verenigd, verbonden en gepassioneerd.
Alles wat je hebt of ervaart – je lichaam, geld, geluk, de liefde – heeft onderhoud nodig. Cultivering, ontwikkeling, uitbreiding. Anders vergaat het. Dat wil zeggen dat er geen moment is waarop we kunnen zeggen: ‘Zo is het goed, ik laat het zo en geniet ervan.’ Dus ook als je relatie, lichaam, werk en je financiën in goede conditie zijn, hebben ze consistente zorg en groei nodig. Besteed je er geen zorg meer aan, dan verslechteren ze totdat ze ‘afsterven’. Denk maar aan relaties en vriendschappen waar niet in wordt geïnvesteerd. Die bloeden langzaam dood.
De behoefte aan groei kan op veel manieren worden ingevuld: groei in werk, in wijsheid, in zelfliefde, in bewustwording, in sportieve prestaties. Het is dus mogelijk om een leven lang te blijven groeien. Groei gaat vaak gepaard met variatie; daarom is het leren van nieuwe dingen buiten je comfortzone ook zo belangrijk.
Onderzoek toont aan dat geven gelukkiger maakt dan ontvangen. Dit zorgt namelijk voor vervulling. Want het leven gaat niet alleen over jezelf, maar vooral ook om de bijdrage die je levert aan anderen en aan het grotere geheel. Bijdragen betekent dat je geeft aan anderen, los van je eigen behoeften. Dat je denkt en deelt vanuit overvloed. Dit kun je doen door vrijwilligerswerk, door je omgeving te helpen of anderen te inspireren. Wie zich focust op bijdragen, zal zich dan ook niet snel pessimistisch voelen of vervelen. Voor bedrijven geldt hetzelfde: de succesvolste bedrijven zijn in staat meer bij te dragen en meer waarde toe te voegen dan minder succesvolle bedrijven.
De meeste (emotionele) problemen en bronnen van pijn verdwijnen wanneer je focust op delen en geven in plaats van op ontvangen. Daarom is geven een effectieve manier om ook je andere behoeften te vervullen. Want als je focust op geven, dan:
We creëren allemaal ons eigen model van de wereld. Hierdoor verschillen de manieren waarop we invulling geven aan onze behoeften. Misschien wil je bijvoorbeeld altijd controle houden om jezelf een gevoel van veiligheid te geven. Of vertrouw je niemand en vind je juist zekerheid in een religie.
Als het niet lukt om een basisbehoefte in te vullen op de voor jou gebruikelijke manier, zal je een crisis ervaren. Bijvoorbeeld als je je behoefte om waardevol te zijn vervult door een baan en vervolgens wordt ontslagen. Je zal dan een verlies van eigenwaarde ervaren en op zoek gaan naar andere manieren om deze behoefte opnieuw in te vullen.
Hoe je de basisbehoeften vervult, verschilt dus per persoon. Dit kan zowel positief als negatief zijn. Vul je je behoeften structureel op een positieve wijze in, dan leidt dit tot groei. Het negatief invullen van behoeften leidt juist tot een verslechtering van de mentale en fysieke conditie.
Volgens coach en spreker Tony Robbins kan gedrag dat voldoet aan ten minste drie basisbehoeften verslavend worden. Voor mijzelf is dat mijn behoefte aan sporten. Sporten geeft mij zekerheid dat ik me na afloop voldaan en mentaal opgeladen voel; variatie na zittend werk of er voor mijn kinderen zijn; een gevoel van belangrijkheid dankzij erkenning van mijn omgeving; verbinding met zowel mezelf als met mijn teamgenoten; groei doordat ik merk dat ik door training sterker of sneller word.
Sporten vervult in mijn geval vijf van de zes basisbehoeften. Niet verrassend dus, dat ik er lichtelijk verslaafd aan ben geraakt. Dit is een positieve verslaving. Maar een verslaving kan ook negatief zijn, bijvoorbeeld als het gaat om drugsgebruik voor het vervullen van je behoeften. Drugsgebruik geeft je dan variatie door ontsnapping aan de negatieve gevoelens tijdens nuchtere periodes; de zekerheid van een goed gevoel na een shot; een tijdelijk gevoel van liefde of sterke verbinding met jezelf of je omgeving.
Een ander negatief voorbeeld is verslaving aan geweld. Dit vervult de behoefte om belangrijk te zijn doordat je meteen de belangrijkste persoon in iemands leven bent wanneer je een pistool op zijn hoofd zet; de behoefte aan zekerheid doordat geweld je controle over de ander geeft; en de behoefte aan variatie doordat geweld zorgt voor nieuwe situaties, uitdagingen en problemen. Het kost ook nog eens weinig moeite om in deze behoefte te voorzien.
Op welke manier vervul jij je basisbehoeften? Doe je dit vooral positief of soms ook op een negatieve manier? En als je dat op een negatieve manier doet, wat zouden positievere manieren zijn om aan dezelfde behoefte te voldoen?
Om verandering te realiseren is het belangrijk om in te zien aan welke behoeften je gedrag voldoet. Verandering is alleen mogelijk als je op een andere manier alsnog kunt voldoen aan dezelfde behoeften. Zo heeft het weinig zin om iemand die uit eenzaamheid chips eet te vertellen dat dit ongezond is. Alternatieven bedenken om de eenzaamheid te doorbreken is een veel beter idee. Doordat de zes basisbehoeften inzicht geven in je eigen gedrag, ben je in staat om te werken aan een positievere invulling van je behoeften.
Download hier voor het Werkboek de zes basisbehoeften. Hierop kun je jouw positieve en negatieve invulling van de basisbehoeften noteren. Ook kun je in de laatste kolom een alternatief voor je negatieve gedrag opschrijven. Veel succes!